Leestijd: 5 minuten

Welke alternatieven heb je voor straffen?

In mijn vorige blog benoemde ik al, dat ik geen voorstander ben van straffen.

Natuurlijk ontkom je er niet aan, maar er zijn andere manieren waarop je een kind kunt ‘disciplineren’.

Ik gebruik met opzet het woord ‘disciplineren’. Het is een woord dat je niet zo vaak hoort en waarschijnlijk niet snel zult gebruiken, maar het geeft precies aan waar het om gaat. ‘Disciplineren’ komt uit het Grieks en betekent trainen. En dat is, wat je uiteindelijk wilt doen. Je wilt je kind trainen om ‘beter’ (lees: handiger, acceptabel, positief) gedrag te vertonen.

Hoe beïnvloed ik het gedrag van mijn kind positief

 

  1. Iets vragennadenken
    Hiermee communiceer je naar je kind, dat je vindt, dat hij verantwoordelijkheid kan dragen. Je stimuleert hiermee dus het verantwoordelijkheidsbesef van je kind. Je laat merken, dat je vindt dat je kind zelf kan nadenken, en een eigen mening heeft. Het is dus respectvol naar een kind toe om hem iets te vragen in plaats van te gebieden.  Een kind voelt zich gezien en gehoord, zijn/haar mening en gevoel mag er zijn. Bovendien brengt het een veel prettiger sfeer dan wanneer je je kind ‘commandeert’. (Lees meer over het stellen van regels en verantwoordelijkheid geven in dit blog.)
  2. Commanderen
    Soms is het nodig om te commanderen. Commanderen laat geen ruimte voor zelf nadenken, voor eigen verantwoordelijkheid van het kind. Het kind heeft geen keuze, hoeft niet na te denken, en zijn gevoel en mening is niet belangrijk.  Het zal duidelijk zijn: dit is eigenlijk niet wat je wilt. Het is niet respectvol naar je kind toe. Je zult dit soms moeten toepassen, als je geen ruimte kunt geven om het te vragen. Er kunnen situaties zijn, waarin je genoodzaakt bent om te commanderen – omdat er geen tijd is om te vragen, of omdat er beslist geen nee op mag volgen. Maar vragen is verreweg het beste. Als je vaak en veel commandeert zal het steeds minder effect hebben. 
  3. Vriendelijke, fysieke sturing
    Dit is vooral van toepassing bij jonge kinderen. Als je kind van twee ‘nee’ zegt, betékent dat niet altijd nee. Het hoort gewoon bij de leeftijd om nee te zeggen. ‘Begeleid’ je kind naar de plaats waar je het hebben wilt, en laat je niet verleiden om direct te straffen omdat het nee zegt. Dit geldt trouwens ook voor andere leeftijden (zoals bij pubers). Soms zegt een kind nee, maar dan is het alleen een ‘uiterlijk’ nee. Als je er niet teveel waarde aan hecht, en op een fysieke manier je kind laat doen wat het moet doen, dan blijkt de dwarsheid soms heel erg mee te vallen. Leg dus niet op alle slakken zout 😉 .
  4. Straf
    Ja, hij staat er wel bij. Straf is natuurlijk ook een manier om het gedrag van je kind bij te sturen. Maar àls je straft, doe dat dan met en vanuit liefde. Let er op, dat de straf past bij de ‘overtreding’; kinderen zijn uitermate gevoelig voor rechtvaardigheid. Je zult dan ook vaak horen: straffen‘dat is niet eerlijk…..’ Pas je straf aan – zoals ik ook al in mijn vorige blog schreef – aan je kind. Dezelfde straf heeft voor het ene kind een veel grotere impact dan voor het andere kind. En straf niet vanuit je gevoel; bepaal van te voren welke straf bij welke overtreding gegeven wordt. Zo kun je niet in de valkuil stappen van te boos reageren (omdat je je dag niet hebt), of te mild zijn, omdat je toevallig in een goede stemming bent. Maar – zoals ik al eerder schreef – straf is niet de eerste keuze om te gebruiken.
  5. Gedragsbeïnvloeding
    Gedragsbeïnvloeding heeft drie ‘verschijningsvormen’. Ten eerste kun je het gedrag positief beïnvloeden door iets positiefs toe te voegen (een beloning geven als het kind zich goed gedraagt bijvoorbeeld). Ten tweede kunt je het negatief beïnvloeden door iets positiefs weg te nemen (bijvoorbeeld geen TV laten kijken), en ten derde kun je iets negatiefs toevoegen (straffen dus: bijvoorbeeld je kind naar zijn/haar verbodenkamer sturen). Ook gedragsbeïnvloeding is eigenlijk niet aan te bevelen. Je bent hierbij namelijk alleen gefocust op het gedrag. Als je teveel positief beïnvloedt bijvoorbeeld, dan kan een kind positief gedrag gaan vertonen, alleen maar, omdat hij/zij dan beloond wordt. Bovendien kan het stimuleren om een houding aan te nemen van ‘Ik doe alleen maar iets voor jou als ik een beloning krijg’. Gedragsbeïnvloeding kan helpen wanneer je op een andere manier je kind niet duidelijk kunt maken dat het zijn/haar gedrag moet veranderen. Het is echter niet aan te bevelen om dit veelvuldig toe te passen.

Oorzaken van negatief gedrag

Wat zijn eigenlijk oorzaken voor negatief gedrag van je kind. Vertoont een kind negatief gedrag omdat hij/zij dat zo leuk vindt? Nee, dat denk ik niet. Het is altijd een uiting van ‘ongenoegen’.ongelukkig

Je kunt je dus afvragen, of de liefdestank van jouw kind wel gevuld is. Heeft je kind misschien behoefte aan meer liefde? Een kind zorgt met zijn onacceptabele gedrag dat het aandacht krijgt. Blijkbaar heeft het die aandacht dus nodig. Vraag je dus af: doe ik genoeg voor hem/haar, heeft hij/zij behoefte aan meer knuffels, geef ik voldoende tijd en aandacht, geef ik genoeg complimenten/positieve woorden, kan ik vaker iets voor hem/haar meenemen, zodat hij/zij voelt dat ik van hem/haar  houdt? We zijn vaak zo in beslag genomen door onze eigen bezigheden/problemen of wat dan ook, dat we vergeten om regelmatig de liefdestank van onze kinderen te vullen. Heb daar oog voor, en je kind zal minder negatieve aandacht vragen.

Het is natuurlijk niet altijd een gevolg van een lege liefdestank. Soms heeft een kind ‘gewoon’ en lichamelijk probleem. Het is moe, heeft iets onder de leden, heeft andere lichamelijke ongemakken. Vraag je altijd af, hoe het kan komen dat je kind zulk negatief gedrag vertoont. En natuurlijk is dat nooit een vrijbrief om vervelend te doen, maar het kan wel een hoop duidelijk maken. Je kunt er dan in elk geval begrip voor opbrengen, en daarnaast maatregelen treffen als dat nodig is.

Wat is nog meer belangrijkspijt

Als je kind iets doet wat niet door de beugel kan, vraag je dan dus af waar het van kan komen. Is de liefdetank leeg? Zit het niet lekker in zijn vel? Wat je je daarna ook moet afvragen is: Heeft het spijt? Als een kind namelijk spijt heeft, en het ziet in, dat het onacceptabel gedrag vertoond heeft, ga je kind dan niet daarover heen nog straffen, maar vergeef je kind. Het gaat er toch om, dat je kind inziet wat goed is? Het gaat er toch om, dat je kind leert hoe het zich moet gedragen? Als hij/zij dus spijt heeft, wees dan blij dat hij/zij het inziet.

Samenvattend

Als ik het moet samenvatten zou ik zeggen: werk voortdurend aan een goede relatie met je kind. Geef het genoeg aandacht en tijd, en houd vooral zijn/haar liefdestank gevuld. Als je relatie goed is, en je kind zit lekker in zijn vel, dan kan je kind veel meer hebben, en zal het niet zo snel negatief gedrag vertonen. Het zal eerder bereid zijn te doen wat jij vraagt, en je zult ook niet zo snel behoeven te straffen. Soms vergeet je dit gewoon even, en word je er aan  herinnerd door negatief gedrag van je kind. Gebruik die ‘herinnering’ om weer op het juiste spoor te komen.

Ik ben benieuwd: herken jij hier iets van? Betrap jij jezelf er wel eens op, dat je te weinig aandacht hebt voor je kind? Je kunt hieronder een reactie achterlaten.

Deel dit via: